Lege stoelen

door Geurt Franzen

Zo erg als die keer dat we slechts met zijn tweeën in de bioscoopzaal zaten, en de film gewoon werd gedraaid en zelfs de snoeppauze gewoon werd gehouden en we uit medelijden met de juffrouw van het snackloket toch maar wat hebben gekocht, zo erg was het niet. Maar de zaal was hooguit voor een derde gevuld, een paar weken geleden, toen ik een bloedmooie voorstelling zag van Toneelgroep Maastricht. Je voelt je dan toch wat opgelaten.

In die pakweg tien minuten dat je daar in een veel te lege zaal zit te wachten totdat het spel op het toneel beginnen gaat, bekruipt me een licht gevoel van schuld. Ik weet ook wel dat ik er niets aan kan doen dat die anderen niet zijn gekomen. Sterker nog: ik ben er wel. Dus mij zullen ze er niet op aankijken, de acteurs die zo meteen opkomen en tijdens hun spel een dubbele rol zullen spelen. Die van het toneelscript én die van een acteur die doet alsof hij een volle zaal voor zich heeft.

Vind ik knap. Dat je als acteur dan toch gewoon alles geeft. Dat je die paar mensen die wél zijn gekomen wel eens even laat zien dat ze een verdomd goed besluit hebben genomen om tóch een kaartje te kopen.

Gaandeweg de voorstelling, zeker bij dat toptoneel van een paar weken geleden, voel ik hoe het pluche van de schouwburgstoel het plaatsvervangende schuldgevoel langzaam absorbeert. Er komt een gevoel voor terug: zit eigenlijk wel verdomd lekker zo. Geen okselgeur naast me, geen goedkoop parfum achter me en goed zicht vóór me. En het allerfijnst: rechts en links van me, een stoelleuning die ik nou eens niet hoef te delen.

Als de laatste regels wegsterven en de acteurs buigen om het applaus in ontvangst te nemen, ketst het welgemeende applaus af op de lege stoelen. En we zetten gewoon een tandje bij, doen net of we met honderden zijn en slaan ons de handen kapot.

Lees meer over